Mijn laatste post hier was over de nieuwe taaldidactiek AIM in oktober 2014 (!) . Dat is écht ( egt, zoals mijn leerlingen op hun Whatsapp schrijven) heel lang geleden. Morgen een jaar en 8 maanden geleden!
Belangrijke datum is er eentje aan het begin van de lesvrije periode van mei 2015. Mijn vriendin, ongerust door het feit dat ze me gisteren over de telefoon wat onsamenhangend vond spreken en nu me wél op de social media als actief ziet staan, maar geen contact met me krijgt via mobiel of vaste telefoon, rijdt naar me toe en vindt me glimlachend, maar nauwelijks aanspreekbaar in bed. Ze belt 112, die me met gillende sirenes naar het Erasmus MC brengen. Daar weet ik niets meer van allerlei onderzoeken volgens het “stroke-protocol”, die uiteindelijk niets kunnen aantonen. Maar ik word in de loop van die drie dagen wel steeds zieker ( lees: steeds meer onaanspreekbaar, onverstaanbaar). Het lijkt wel en niet op een hersenbloeding. Achteraf moet het een virale herseninfectie zijn geweest, echter van een virus dat niet in het standaardpakket van de afdeling zit. Dinsdagmiddag wordt mijn vriendin en familie gezegd dat ik waarschijnlijk verplaatst zal worden naar een verpleeghuis omdat de artsen het ook niet meer weten, woensdagmorgen word ik wakker en zaterdag kan ik naar huis.
Daar begint een traag verlopende revalidatie. Moeheid is eigenlijk het sleutelwoord. Na een week wil ik een eindje lopen. Dat lukt, trap af, wandelen samen met mijn vriendin, wel honderd meter. Even zitten en dan weer terug. Langzamerhand wordt de wereld weer wat groter.
Er is 1 collega die me bezoekt ( twee keer)
Gelukkig meer bezoek van vrienden en van mijn kinderen.
Ik vat samen ( juli tot nu):
In de tijd na mijn ziekenhuisopname ben ik redelijk opgeknapt, genoeg om af en toe naar huis te gaan, waar ik gebeld word door een huilende ex-collega en vriend.
Een goede gezamenlijke vriend met wie ik zou gaan zeilen heeft een herseninfarct gekregen in Frankrijk. Ik rijd samen met mijn vriendin erheen. Zij rijdt door naar het appartement dat zij gehuurd heeft met haar kinderen en waar zij op mijn terugkeer van de boot zouden wachten. Ik zorg samen met een vriend dat de zeilboot onttakeld wordt, ontdaan van overbodige bagage en bezoeken we onze stervende vriend. Als hij inderdaad overlijdt, verzorg ik zijn repatriëring. Zaterdag haalt mijn vriendin me op. Ik ben gelukkig afnemend moe.
In september lijkt het allemaal wel te gaan, dus weer vol goede moed aan het werk. Half september neem ik twee AIM-klassen van een collega over en dan slaat geniepig de moeheid weer toe. En wel zodanig dat ik na school op slaap val in bed en dan anderhalf, twee uur later wakker word. Nadat onderzoeken op andere ziekten niets uitwijzen vindt ook de bedrijfsarts vindt dat ik wel in aanmerking kom voor wat respijt. Sinds enige tijd heb ik dus 1 klas minder. En inderdaad gaat het langzaam beter. Niet meer anderhalf uur, maar nog maar een half uur, en daarna nog maar tien minuten slapen. Maar echt energiek, nee.
Nu is het kerstreces achter de rug, is het morgen een jaar geleden dat mijn vriendin me vond, zitten we dus in het mei reces en heb ik gemerkt dat de vermoeidheid nog niet echt weg is. Het gaat beter, zeker lichamelijk. Maar zodra ik iets als stress ( een tweede klas die niet echt wil werken zoals we dat hebben afgesproken met de AIM methodiek) ervaar, of een keer iets te lang piano speel is vermoeidheid mijn lot.
Vergeef me dus als ik de afgelopen tijd zo stil ben geweest: gewoon geen energie. En dat heb je – ook al hebben we zo-ontzettend-veel-vakantie-en-niet-werkuren – héél erg nodig.
Tot een volgende post.