Dit artikel is mede geschreven als onderdeel van een QuadBlog
In mijn workshops over het gebruik van de iPad als leermiddel komt steevast een moment voorbij waarop deelnemers de vraag stellen hoe dat nou moet, met twitter, facebook en dergelijke. Ik ben van nature een nieuwsgierig iemand, maar toch ook wel een beetje voorzichtig, dus zelf hád ik al facebook, maar hield die alleen voor vrienden, familie en wat oudere ex-leerlingen zichtbaar; toen ik startte met twitter was ik ook heel voorzichtig met het posten van privé-zaken, maar merkte wel hoe de wereld voor me open ging door sleutelfiguren te gaan volgen. In mijn 34 jaar voor de klas heb ik het gevoel in de ongeveer anderhalf jaar dat ik nu intensiever tweets gebruik als input voor mijn professionele ontwikkeling, meer geleerd te hebben dan in willekeurig welke periode daarvoor. Ik ben dus enthousiast over de mogelijkheden van social media en dat vertel ik de deelnemers van de workshops.
In de klas zet ik Edmodo in, Voicethread, gebruik de faciliteiten van onze school-google-accounts. En ja, ik tweet soms met leerlingen, vooral áán, als iets gecorrigeerd is en de cijfers staan gepubliceerd. Ik volg wat leerlingen en zie daar vooral pubertweets voorbij komen.
Toen aan het begin van dit cursusjaar een ouderpaar weigerde hun kind zich te laten inschrijven voor welke ICT-tool dan ook met uitzondering van de mail en Magister, was ik dan ook wat verbaasd. Zij waren door lagere school en wijkagent gewaarschuwd voor de enorme gevaren die schuilen in het je kind zich laten bewegen op het internet. Dat viel toch wel mee, mits er juiste begeleiding en goed afspraken waren, was samenvattend mijn redenatie. Na heel veel mailwisseling werd het stil. Ik zorgde ervoor dat de mededelingen die ik via Edmodo naar de klas stuurde deze leerling via mail bereikten – behalve als ik dat vergat(sorry, sorry). Onlangs publiceerde de schooldirectie het nieuwe Social Media protocol. De leerling mag nu – op zijn nadrukkelijk verzoek – wel meedoen op Edmodo. Weer een zieltje gewonnen, zou je zeggen. Maar nu…
In de afgelopen periode is een kind in mijn omgeving samen met wat anderen op twitter bezig geweest op een manier die tot gevolg heeft dat er nu politiebegeleiding nodig is vanwege bedreigingen. Kind moet iedere dag op de weg naar en terug van school begeleid worden door een van de ouders. Het is de vraag of reizen naar een niet-Europees buitenland in de komende tijd zo verstandig is. Vanmorgen las ik een interview in de Volkskrant met Raj Goel oprechter van Brainlink, waarin hij waarschuwt tegen niet Big Brother, maar Little Sisters – alle mobiele telefoontjes, die al onze bewegingen en communicatie registreren en – dat triggerde me – dat al die foto’s, tweets, facebookberichten, sms-en en telefoontjes samen met hun plaatsbepaling niet meer het eigendom zijn van ons, de telefoonbezitters, maar van de telecom-giganten als Google. Nare voorbeelden komen voorbij in het artikel. Voorbeelden waarvan je soms denkt, já, doe dat dan ook niet, maar soms echt te pijnlijk voor woorden: een Amerikaanse vertaler die de gevangenis in moet inThailand vanwege de Engelse vertaling van een kritisch boek over de koning, dat verzin je niet.
Ik begin dan ook te twijfelen: welke social media kan je veilig gebruiken in de klas? Als Google in het kader van de Amerikaanse Patriot Act gegevens moet afstaan, ook van buitenlandse klanten, dan is het slecht gesteld met de mensenrechten, met de soevereiniteit van de individuele eindgebruiker, stelt Goel.
En de twijfel gaat verder: moeten we dan wel social media gebruiken? Stellen we – met de beste bedoelingen – onze leerlingen mogelijk niet bloot aan eeuwigdurende achtervolging via domme opmerkingen van hun kant, opmerkingen die niet verdwijnen? Of moet je doen als Raj Goel zelf: “Zolang ik mijn kinderen de sleutels van de auto niet toevertrouw, mogen ze van mij ook niet zonder begeleiding op de digitale snelweg.”?
Wat vinden jullie?
=====
Naschrift:
Eigenlijk gaf iedereen die reageerde me het gevoel: Doorgaan, maar als opvoeder ervoor zorgen dat je kinderen, je leerlingen, mediawijs kunnen worden.
Willem Karssenberg (@trendmatscher) vatte dit mooi samen in zijn “speakpipe” waarvan ik hier de link toevoeg.